Ik zag een ster uit de hemel vallen, terwijl de mensenzonen lachten. Want zij hebben geen zicht, noch zijn ze in staat verder te kijken dan wat er zich voor hen bevindt. En zelfs dit ontkennen ze, want ze houden van bedrog en de waarheid is totaal niet gunstig
Maar de zonen van God bewaren hun tong,
En openen hun mond niet.
Terwijl tranen over hun gezichten lopen,
Kijken ze naar de schepping met nieuwe ogen
En hersteld zicht, de belofte omarmend,
Vertoevend in De Hoop der Zaligheid...
Zegt De Heer.
Vertaald uit het engels, enkele spel/vertaalfouten voorbehouden. Voor het origineel, zie: